Wilma en haar dochter dreigden dakloos te worden. Wonen Eerst voorkwam dat. “Zonder een huis ben je niks.”
20 januari 2025

Een baan, een koophuis, een gezin. Wilma had alles. Na een scheiding, de verkoop van haar huis en een burn-out had ze niks meer. Toen ook haar laatste euro aan huur was opgemaakt, dreigde het doemscenario: dakloosheid. Gelukkig kon dat voorkomen worden. Het Wonen Eerst team wist een huis voor haar en haar dochter te regelen, waar Wilma in alle rust aan haar toekomst kan werken.
“Ik had 50.000 euro spaargeld. Nu heb ik niks meer. Het is allemaal op”, vertelt Wilma met trillende stem. De 54-jarige alleenstaande moeder van een dochter van twintig vertelt in de particuliere huurwoning waar ze nu nog verblijft over haar situatie. “Ik huur dit nu tweeënhalf jaar, vanaf het moment dat ik alleenstaand ben. Ik sta sinds tweeënhalf jaar ingeschreven voor een woning, dat is nog veel te kort. Ik betaal hier 1.300 euro per maand en daar komt dan nog gas, water en licht bij. Dan is je spaargeld snel op.”
De straat op, of naar de opvang, het leken voor Wilma de enige twee opties. Twee doemscenario’s. “Ik dacht eerst nog dat ik in de opvang een eigen kamertje zou hebben, dat bleek niet zo te zijn. Ik zou het heel moeilijk gehad hebben in de opvang, maar m’n dochter daarmee naartoe moeten nemen zou pas echt funest zijn.” Over het alternatief, de straat, is Wilma stellig: “Dat was mijn einde geweest. Hoe hard ik ook zou hebben gevochten voor mijn dochter, ik zou het niet meer gekund hebben. Ik heb mijn hele leven al moeten vechten, op een gegeven moment houdt het een keer op.”
Rust
Vechten voor een betere toekomst doet Wilma nog steeds, maar dan wel vanuit de rust van een eigen plek. Het Wonen Eerst team vond voor haar net op tijd een nieuwe woning. “Dat betekent dat ik weer naar de toekomst kan kijken, dat er iets is om houvast aan te hebben. Een eigen plekje, waar je je veilig kan voelen, waar je tot rust kan komen. Waar je je vrienden uit kan nodigen. Een huis, dat heb je gewoon nodig. Zonder een huis ben je niks.”
“Ik sta wel met twee benen op de grond, maar geestelijk nog niet”, gaat Wilma verder, die begonnen is met traumaverwerking. Een eigen plek biedt haar de kans om daaraan te werken. “Ik heb veel begeleiding, dat is fijn en dat is ook nodig. We hebben samen de taken onderling verdeeld. Zo is er iemand die me helpt met de post en administratie, want als ik down ben, dan laat ik dat liggen. Dit biedt me echt de kans om aan mezelf te werken, om weer een baan te vinden.”
“Als ik aan een klein kind zou moeten uitleggen wat mij is overkomen, dan zou ik vooral vertellen hoe mooi het is dat er mensen zijn die je helpen om je weer een thuis te geven”, sluit Wilma af. “Als ik Milou, Akrim en al die anderen niet was tegengekomen, dan had ik hier nu niet zo gezeten. Het is heel fijn om te weten dat er nog heel veel goede mensen zijn met een goed hart.”
Dit interview is onderdeel van de publicatie Den Bosch geeft (t)huis, een magazine dat wij in samenwerking met het Wonen Eerst team uit Den Bosch samenstellen. Het volledige magazine is binnenkort digitaal te lezen.