Als het winter wordt, dan halen we met z’n allen weer de dikke jassen van zolder. Sjaals,mutsen en handschoenen hangen weer aan de kapstok. De zomerspullen gaan naar boven om te wachten op de lentezon. Sandalen worden geruild voor laarzen, dat fijne t-shirt wordt die warme trui, shorts worden jeans. We maken de tuin winterklaar. Het kachelhout ligt al droog in het hok, klaar om opgestookt te worden. In huis maken we het extra gezellig voor de lange winteravonden, knus op de bank of samen om de eettafel. Allemaal gebeurtenissen die heel normaal zijn en ieder jaar terugkomen.
Maar wat als je dakloos bent en het wordt winter? Op verschillende plekken gaat de nachtopvang open, soms permanent, soms gekoppeld aan de buitentemperatuur en heel soms mag je er overdag ook blijven. In de stad waar ik woon gaat de winternachtopvang open op 1 oktober en sluit op 30 april. Zeven maanden lang kunnen daklozen hier gebruik van maken. Pak ‘m beet 20 bedden voor een nu nog onbekend aantal mensen. In november gaat men hier een telling van dak- en thuisloze mensen organiseren, maar als ik de cijfers van de ETHOS-light telling in andere steden doortrek naar mijn mooie stad in het oosten, dan moeten er hier ook honderden mensen zonder thuis zijn.
Dus als het winter wordt, dan begint de tijd van heen en weer lopen. Om je een idee te geven van hoe dat werkt, zal ik je de dag schetsen van iemand die dakloos is in mijn stad en die gebruik maakt van de winternachtopvang.
Tussen 7 en half 8 wordt je gewekt door een bonk op de deur en verzocht om zo snel mogelijk je bed uit te komen. Na het opstaan haal je je spullen uit de locker en ga je naar buiten om honderd meter verderop te wachten tot de deur van de inloop opengaat. Daar krijg je een ontbijt. Je mag in deze inloop blijven tot 12.30 uur. Dan loop je tien minuten naar de volgende inloop die om 13.00 uur opengaat. Hier moet je twintig minuten buiten wachten tot de deur wordt geopend. Er staat een warme maaltijd klaar en koffie, thee en limonade. Je mag tot half 5 blijven om hierna de tijd te overbruggen tot 19.00 uur in de avond. Deze tijd wordt vaak doorgebracht in de plaatselijke bibliotheek. Om 19.00 uur gaat de inloop van de nachtopvang open en deze sluit om 23.00 uur. Tussen 21.00 en 23.00 mag je je slaapplek opzoeken om bij te komen van een zware dag. Met twee personen op een kamer (en die ander heb je niet voor het uitkiezen). Wil je na 23.00 uur nog even naar buiten om te roken of een luchtje te scheppen, dan mag je daarna niet meer naar binnen. Meld je je na 23.00 uur dan mag je ook niet meer naar binnen.
Dit is je dag als je dakloos bent in mijn stad in de winter.
Uitzichtloos en dodelijk vermoeiend voor tienduizenden mensen die men gemakshalve zo min mogelijk benoemt in regeerakkoorden of hoofdlijnen. Maar hoe gaaf zou het zijn als we met z’n allen zouden besluiten dat dakloosheid niet meer kan? Dat opvang niet meer past in deze tijd. Dat we niet meer wegkijken maar dakloze mensen gunnen waar iedereen recht op heeft: een thuis, een plek waar je veilig jezelf kan zijn, die je zelf mag openen en sluiten als jij dat wilt. Een plek waar je zelf bepaalt wanneer je eet en wanneer de afwas gedaan wordt. Een plek waar je na het opstaan mag blijven zolang als je maar wilt, omdat het jouw plek is. Dit zou ik voor iedereen wensen… als het winter wordt: een eigen voordeur.
Tekst door Frank Engelbertink, eigenaar van Straatwijs Advies en ambassadeur van Housing First Nederland
Headerbeeld: Kansfonds