In persoonlijke verhalen van dak- en thuisloze jongeren is er nagenoeg altijd wel een moment dat ik denk: ‘niet handig’. In verschillende gradaties; van niet slim, onhandig, onverstandig, ronduit dom tot echt niet ok. Het komt zelden voor dat iemand alleen slachtoffer is van omstandigheden. Je hebt altijd een eigen verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid om je huur netjes te betalen, om je aan regels te houden en om je netjes te gedragen. En de logische vervolgvraag is dan: moeten wij je nu helpen terwijl je zelf een aandeel hebt in de ontstane situatie? Is dat rechtvaardig? Want anderen in vergelijkbare situaties betalen wel netjes hun huur en gedragen zich netjes. Dit is een menselijke reactie, heel logisch ook. Toch zijn er drie redenen waarom we dit stemmetje moeten onderdrukken.
1. Kijk in de spiegel
Het is heel makkelijk om vanaf de zijlijn te wijzen naar de verkeerde keuzes van een ander. En achteraf is het mooi wonen. Het is heel gemakkelijk om achteraf aan te wijzen wat iemand anders had moeten doen. Zeker vanuit een bevoorrechte positie, met een koophuis en alle belastingvoordelen die dat biedt. In onzekere situaties maken mensen bovendien eerder verkeerde keuzes. Er zijn stapels onderzoek over gedrag, de impact van stress en overlevingsmechanismen, die dat laten zien. Toch heeft ook die conclusie nog iets stigmatiserends, want je blijft de oorzaak leggen in individueel gedrag. Maken we niet allemaal fouten, zeker als we jong zijn?
Toen ik 19 jaar was en als student op mijzelf ging wonen, schafte ik een dongel aan. Dat was een USB-stick met internet, wat zelfs toen al een slecht product was. Maar goed; alleen op de studentenkamer ging ik enthousiast streamen. Tot na een poosje de dongel het niet meer deed. Wat bleek: ik was gigantisch over mijn datalimiet gegaan. Wist ik veel. En toen ik honderden euro’s extra moest betalen, had de provider het internet voor de zekerheid maar even voor mij uitgezet. Niet zo handig van mij, onverstandig zelfs. Nu waren mijn ouders zo gek om na een streng woordje, het grootste deel van de kosten voor hun rekening te nemen. Ik schaamde mij dat ik zo dom kon zijn, niet iets wat je deelt met vrienden. Maar goed, lesje geleerd. We maken allemaal wel eens verkeerde beslissingen, zelfs ik 😉. Het enige belangrijke verschil is dat ik kon terugvallen op mijn ouders, en anders op mijn spaargeld. En nog steeds kan ik in het leven terugvallen op mijn vrouw, familie, spaargeld en als het moet op de overwaarde van ons huis.
2. Huisvesting is een recht
Stabiele huisvesting is dusdanig cruciaal in het leven, als basis om op terug te vallen, om thuis te zijn, dat het een recht is. Dit is een typisch voorbeeld van iets waar mensen in algemene zin het vaak wel mee eens zijn, maar zodra het concreet wordt volgt er gesputter. Want iedereen kent wel iemand die een betere woonplek zoekt. Een schaarse woonplek gunnen aan iemand die ogenschijnlijk ergens steken heeft laten vallen voelt dan als onrechtvaardig. Maar het recht op huisvesting is meer dan een goed voornemen; het betekent dat ook als iemand verkeerde keuzes of fouten maakt, iemand nog steeds recht heeft op een woonplek.
In onze cultuur is er weinig besef van deze rechtenbenadering. Dat merk je in de manier van spreken. Ik heb tal van projectplannen voorbij zien komen waarin beschreven wordt dat jongeren wel eerst motivatie en goed gedrag moeten laten zien alvorens ze geholpen worden. Ook subtieler kom je het tegen in uitspraken zoals; ‘die jongere verdient echt een eigen plek’ of ‘ik gun die jongere zo een volgende stap’. Uiteraard is er altijd een eigen verantwoordelijkheid, maar een woonplek is niet iets dat je eerst moet verdienen. Huisvesting is een recht, zelfs als dat soms onrechtvaardig voelt.
3. Handelen naar het stemmetje is duur
Ok, je bent toch van mening dat iemand (deels) door eigen schuld of fouten in een situatie van dak- of thuisloosheid zit (of dreigt te komen). En dat we daarom de jongere niet zomaar kunnen helpen. Deze gedachte is decennia leidend geweest in de aanpak van dakloosheid. Soms in termen van straf; iemand moet wel voelen dat hij of zij een fout heeft gemaakt. Soms in termen van zorg; iemand moet eerst vaardigheden aanleren alvorens hen weer een eigen woonplek krijgt. En hoewel dit misschien rechtvaardig voelt, is het een erg dure oplossing.
Het is bijvoorbeeld vele malen goedkoper om een huurschuld kwijt te schelden dan iemand uit huis te plaatsen en in de maatschappelijke opvang terecht te laten komen. Wij komen situaties tegen waarin dit een factor 10 goedkoper is. Investeer je € 5.000,- of € 20.000,- in een kwijtschelding en ondersteuning of zet je in op een traject van jaren in de opvang à € 50.000,- of € 200.000,-. Niet in elke situatie is een positieve benadering goedkoper. En er zijn situaties dat de jongere ondanks al jouw positieve bedoelingen je toch teleurstelt. Maar: over het algemeen is een positieve, versterkende benadering gericht vanuit vertrouwen effectiever én goedkoper. Veel goedkoper!
Wat leren we hiervan over de aanpak van (jongeren)dakloosheid? In ‘Alle jongeren en thuis’ bouwen we aan een nieuw paradigma, een manier van denken en doen waarmee we jongerendakloosheid beter oplossen. Door het bieden van een stabiele woonplek, bestaanszekerheid en ruimte om je te ontwikkelen. Een manier van werken waarin we vertrouwen dat jongeren zelf kunnen aangeven en ontdekken wat goed voor hen is. Met vallen en opstaan. Ik zie dat als mensen eenmaal om zijn, ze zich niet kunnen voorstellen ooit anders gedaan te hebben. Het geeft zoveel plezier en energie, het spat van de initiatieven en jongeren af. En niet onbelangrijk, het werkt!
Tegelijkertijd moet je voortdurend tegenargumenten weerleggen. Initiatieven gebruiken hierbij morele argumenten (kijk in de spiegel), beredeneerde argumenten (huisvesting is een recht) of financiële argumenten (handelen naar het stemmetje is duur). Voor pleitbezorgers is het belangrijk beducht te zijn op verschillende tegenargumenten. En rekening te houden dat als je het ene argument ‘gewonnen’ hebt er altijd een nieuw tegenargument uit een andere categorie klaar staat. Net zolang tot mensen om zijn, dan willen ze niets anders meer.
Tekst door: Willem van Sermondt, programmaleider bij Kansfonds, partner van Housing First Nederland
Headerbeeld door: Wardie Hellendoorn